Professor uit Overijse dient klacht in

Professor Dirk Devroey, VLD-bestuurslid in Overijse diende klacht in bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, bij de gouverneur en bij verschillende ministers, omdat een Nederlandstalige patiënt uit Overijse werd behandeld door een urgentiearts van een mobiele urgentiegroep (MUG) die geen woord Nederlands sprak. (Het Nieuwsblad 3 maart 2006)

Professor Devroey vertelt dat de feiten zich afspeelden op zondag 12 februari 2006. “Een mobiele urgentiegroep werd via de dienst 100 opgeroepen voor een tussenkomst in Overijse. Het MUG-team kwam van het Sint-Lucasziekenhuis uit Sint-Lambrechts-Woluwe. De arts sprak geen woord Nederlands. Zelfs een eenvoudige begroeting kon niet. Een verpleegster moest de patiënt en de familie bevragen. Ze sprak zelf zeer gebrekkig Nederlands. De arts had blijkbaar de Franse nationaliteit en verbleef al twee jaar in België.”

Nog volgens de professor is dit geen alleenstaand geval. “De MUG-diensten die opereren in Overijse zijn vaak afkomstig uit Sint-Lambrechts-Woluwe, Leuven, Ukkel en Ottignies. Vooral bij de teams van Sint-Lucas uit Sint-Lambrechts-Woluwe en het Sint-Pietersziekenhuis in Ottignies bestaat er een schrijnend gebrek aan urgentieartsen die Nederlands spreken.”

Wie regelmatig in het Brusselse Universitair Ziekenhuis Sint-Lucas verblijft, weet dat het meeste personeel Nederlandsonkundig is. Eerlijkheidshalve moet er wel bijgezegd worden dat het ziekenhuis zich de laatste tijd bewust is geworden van het ‘tekortschieten’ op dat gebied van de dienst- en zorgverlening, en meer en meer tweetalig personeel probeert in te schakelen. Maar het blijft voorlopig nog een extra probleem voor de patiënt die, naast de zorgen en onzekerheid over zijn gezondheidstoestand, zich vaak onbegrepen en slecht geïnformeerd voelt.

Bij urgentie – wanneer je al in paniek bent – nog iemand aan je bed krijgen die je niet verstaat, is op zijn minst onverantwoord. Je bent geen goede arts en zorgverlener als je je daar niet van bewust bent!
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Micheline Baetens)

Kunststedenactieplan

Midden februari zette Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois (N-VA) samen met de toerismeschepenen van de Vlaamse kunststeden het eerste kunststedenactieplan op de sporen. De stadsbesturen van Brugge, Antwerpen, Gent, Mechelen en Leuven willen met dit plan enerzijds beter en meer gecoördineerd promoten in het buitenland, en anderzijds de kwaliteit van het product ‘kunststad’ verbeteren.

De belangstelling voor onze kunststeden neemt af. De aankomstcijfers wijzen immers op een stagnatie. In de periode 1994-1998 was er een gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal aankomsten door buitenlanders in de Vlaamse kunststeden van 4,9%, in de periode 1999-2003 verminderde de groei tot 1,8%. In 2002-2003 was er zelfs geen groei meer.

“Het is inderdaad een probleem en daar zijn meerdere redenen voor”, verklaart Klaas Verbeke van Toerisme Vlaanderen aan De Standaard. “Goedkope vluchten van luchtvaartmaatschappijen zoals Ryanair maken verdere bestemmingen aantrekkelijker dan vroeger. Mensen gaan gemakkelijker een lang weekend naar Madrid of Venetië als het ticket niet te duur is. Er zijn ook nieuwe spelers op de markt gekomen in Oost-Europa. En grote markten zoals Engeland voerden de jongste jaren de promotie voor hun binnenlands toerisme op. Al die factoren maken dat de Vlaamse kunststeden het moeilijk kregen.”

De doelstelling van het kunststedenplan is dan ook Vlaanderen coherent en efficiënt promoten als toeristische regio, en de economische positie van de Vlaamse toeristische ondernemingen versterken. Het moet tevens de toeristische reflex in de kunststeden zelf stimuleren. De kunststeden moeten hun expertise en informatie uitwisselen en hun acties op elkaar afstemmen.

Minister Bourgeois betreurt dat Brussel vooralsnog niet deelneemt aan het kunststedenoverleg: “Brussel is een Vlaamse kunststad bij uitstek en mag eigenlijk niet ontbreken in dit plaatje. Maar de deur staat nog altijd open. Wij zullen Brussel blijven informeren over de stand van zaken. De toerismeschepen blijft uitgenodigd voor alle overleg.”

Bron: Persdienst Bourgeois & De Standaard 18.02.2006
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: David Joly)

Taalgebruik op openbare markten

Op 24 oktober 2005 keurde de gemeenteraad van Merchtem een besluit goed, waardoor handelaars op de woensdagmarkt enkel Nederlandstalige affiches en opschriften mochten uithangen. Dit besluit werd echter door de gouverneur van Vlaams-Brabant bij besluit van 28 november 2005 geschorst op basis van artikel 30 van de Grondwet. Dit artikel bepaalt dat het taalgebruik enkel bij wet kan worden opgelegd, maar eveneens dat het gebruik van de in België gesproken talen vrij is en enkel kan worden geregeld voor handelingen van het openbare gezag en voor gerechtszaken.

Momenteel is er geen enkele wettelijke regeling voorzien om het taalgebruik op openbare markten te regelen, zodat de taalvrijheid, voorzien in artikel 30 van de Grondwet, geldt.

Op 23 januari 2006 diende senator Joris Van Hauthem (VB) een wetsvoorstel in houdende de invoeging van een artikel 10bis in de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. Dit artikel 10bis luidt als volgt: “Eenieder die een standplaats inneemt op een openbare markt, alsook al diegenen die hem daarbij behulpzaam zijn, gebruikt bij de schriftelijke en mondelinge aanprijzing van zijn goederen of diensten en in zijn communicatie de taal of de talen van het taalgebied waarin de openbare markt plaatsgrijpt”.

Anderzijds diende de senaatsfractie van het Vlaams Belang ook een voorstel van verklaring tot herziening van artikel 30 van de Grondwet in, zodat het principe van de taalvrijheid niet van toepassing is op de regeling van het taalgebruik op openbare markten.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: David Joly)

Wist je dat…? (3)

Wist je dat de inwoners van Vlaams-Brabant de hoogste levensverwachting hebben van alle Vlamingen? Mannen worden er gemiddeld 77,1 jaar, vrouwen 86,6. Dit blijkt uit een statistische profielschets van Vlaams-Brabant die eerder deze maand door minister-president Yves Leterme in Leuven gepresenteerd werd.

Het is dan ook veeleer onbegrijpelijk dat in de provincie waar de mensen het oudst worden het aanbod aan voorzieningen voor zieken, bejaarden en gehandicapten eerder zwak is, en ook de thuiszorg in Vlaams-Brabant minimaal is. Het aanbod per inwoners aan gezinszorg en poetshulp is zelfs het laagste van Vlaanderen. Wel heeft Vlaams-Brabant de meeste huisartsen en specialisten per inwoner.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Micheline Baetens)

TraVo: nieuw studie- en documentatiecentrum voor Vlaamse volksmuziek

Op 30 september 2005 verschenen in het Belgisch Staatsblad de statuten van TraVo, of voluit Studie- en documentatiecentrum voor Traditionele Volksmuziek in Vlaanderen. De vereniging wenst de verschillende facetten van de traditionele volksmuziek uit Vlaanderen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze in kaart te brengen, te verzamelen, te conserveren, te inventariseren en de verspreiding ervan te bevorderen: via dans, lied, instrumentale muziek, instrumenten en de gebruiken waarmee deze onderwerpen verbonden zijn.

TraVo wil met andere woorden het aanspreekpunt worden voor al wie zich wil verdiepen in de muzikale tradities van het Vlaamse land. Voorzitter Hubert Boone schreef reeds baanbrekende studies over Vlaamse volksinstrumenten, en wordt bijgestaan door bestuursleden Gilbert Huybens (muziekhistoricus en specialist van het oude liedboek) en Wim Bosmans (conservator aan het Muziekinstrumentenmuseum te Brussel).

Voorlopig draait TraVo uitsluitend op vrijwilligerswerk maar hoopt op een subsidiëring vanwege de Vlaamse overheid in het kader van het volkscultuurdecreet van 1999.

Meer informatie kan men bekomen op volgend adres: TraVo – kamer 03.27 – Parijsstraat 72B – 3000 Leuven.

Sinds kort is het centrum toegankelijk voor het publiek iedere eerste woensdag van de maand, van 14 tot 17u30. Bezoekers kunnen ook een afspraak maken via travo.centrum@hotmail.com en hubertboone@hotmail.com of telefonisch: 016/65.65.85.

Bron: Folkroddels.be

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: David Joly)

Wist je dat…? (2)

Wist je dat er een nieuwe wet ter bescherming van de vrijwilligers bestaat? De nieuwe wet van 3 juli 2005 moest van kracht worden op 1 februari 2006 maar dit is ondertussen uitgesteld tot 1 augustus 2006. De wet moet het statuut voor de vrijwilligers regelen, maar legt ook aan kleine feitelijke verenigingen en de vele buurt- en wijkcomites bijkomende administratieve plichten op die geld en tijd gaan kosten. Zo zal elke organisatie onder andere een verzekering moeten afsluiten voor haar vrijwilligers.

Een statuut voor de vrijwilliger is misschien een nobel doel, maar zoals de wet er nu uitziet zou ze de doodsteek kunnen betekenen voor heel wat kleine organisaties. Afwachten dus of deze wet het vrijwillig engagement zal opwaarderen of afremmen.

(Meer hierover in een volgend Spoorslagnummer).
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Micheline Baetens)

Wist je dat…?

Wist je dat dienstencheques niet voor iedereen even voordelig zijn?

Met de dienstencheques kan men een werknemer betalen voor het verrichten van huishoudelijke arbeid zoals het schoonmaken van de woning, wassen en strijken, bereiden van maaltijden, enz.

Een dienstencheque kost 6,70 euro en kan worden afgetrokken van de belastingen. Dit brengt de kostprijs voor de gebruiker op 4,69 euro.

Ook een persoon met een handicap kan gebruik maken van dienstencheques om zijn thuishulp te organiseren. Gehandicapten met een laag inkomen hoeven echter geen belasting te betalen en kunnen dus ook niet genieten van het belastingsvoordeel dat normaal gekoppeld is aan de dienstencheques. Zij betalen dus de volle pot.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Micheline Baetens)

Overijse: ex-burgemeester Schamp brein achter programma voor Franstalige partij PLUS

Woensdag 14 december ll. werd in Overijse de Franstalige politieke partij “Union” opgedoekt. Dat lijkt goed nieuws ware het niet dat in de plaats “Plus” werd opgericht, een nieuwe politieke groepering van diezelfde ex-Unionisten. Het grote verschil met het oude Union is wel dat Plus het Vlaamse karakter van Overijse (zogezegd) erkent.

Het Vlaams Komitee Druivenstreek – Spoorslag is echter niet overtuigd van deze gedaanteverwisseling van Union:
• Ten eerste komt deze rijkelijk laat en slechts 10 maanden voor de komende gemeenteraadsverkiezingen.
• Ten tweede is de drijvende kracht van de “nieuwe” ploeg, Jean-Pierre Audag, vandaag nog altijd de afdelingsvoorzitter van de Franstalige liberalen in Overijse.
• Ten derde is het overduidelijk dat Union – na 18 jaar in de oppositie gezeten te hebben – deze stap enkel en alleen neemt om in aanmerking te kunnen komen voor machtsdeelname bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen.
• Tenslotte zijn wij ten zeerste benieuwd voor welke partij sommige van deze ex-Unionisten zullen opkomen bij de komende provincieraadsverkiezingen in Vlaams-Brabant. Toch niet voor “Union des Francophones (UF)” zeker, de Franstalige kieslijst uit Vlaams-Brabant die deelneemt aan de Vlaamse en provinciale verkiezingen?

Plus is voor het VKD dus niet meer dan oude wijn in nieuwe zakken. De enige bedoeling van Plus bestaat erin zich “verkoopbaar” te maken voor andere partijen. Bijvoorbeeld voor CDOv (Christen Democraten Overijse), een CD&V scheurlijst onder leiding van ex-burgemeester Eric Schamp. Diezelfde Schamp heeft er eind oktober trouwens nog voor gezorgd dat de vier lokale VLD-verkozenen samen met de twee mandatarissen van de lijst van Schamp en de 9 gemeenteraadsleden van Union een petitie ondertekenden gericht tegen een beslissing van het schepencollege, waar de VLD zelf deel van uitmaakt. Die betwiste beslissing was de dagvaarding van de uitbater van een illegaal aangelegd golfterrein, waarvan de voorzitter trouwens diezelfde Eric Schamp is en waar heel wat Union-politici kind aan huis zijn.

Bovendien heeft Eric Schamp – zo blijkt nu – zeer duidelijk de hand in de perstekst van “Plus”! Deze perstekst is immers doorgestuurd als een Word bestand, en dankzij Microsoft kunnen we de auteur achterhalen. Het volstaat immers de perstekst te openen, het menu Bestand (of File) te openen, Eigenschappen (of Properties) aan te klikken en dan met de muis op Samenvatting (of Summary) te klikken. Als auteur ziet men dan ‘ericschamp’ en als bedrijf ‘ibgebim’. Eric Schamp is inderdaad Adjunct Directeur-Generaal bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM).

Voor het Vlaams Komitee Druivenstreek is de zaak nu overduidelijk: Schamp en zijn CDOv willen samenwerken met Plus, dat gewoon een synoniem is voor het oude Union! De echte Vlaamse partijen in Overijse moeten nu dringend duidelijkheid verschaffen: zijn zij bereid om samen te werken met de pseudo-Vlaamse lijst “Plus”? De Overijsenaren hebben immers recht op duidelijkheid omtrent wie nu eigenlijk het Vlaamse karakter van de gemeente wil versjacheren. Het VKD zal daarom alle Vlaamse partijen in Overijse aanschrijven met de vraag of “Plus” voor hen nog in aanmerking komt voor enige vorm van samenwerking: van mogelijke kartelpartner tot eventuele coalitiepartner. Hun antwoorden zullen we dan in ons volgende nummer van Spoorslag publiekelijk bekend maken.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: )

Gedragscode Rotterdam

Op dinsdag 17 januari ll. presenteerde de stad Rotterdam (NL) een ‘Rotterdam-code’ voor dagelijkse omgang tussen burgers. Vooral puntje twee uit deze gedragscode (het gebruik van het Nederlands als gemeenschappelijke taal) heeft de aandacht getrokken van de Nederlandse politici en de buitenlandse media.

De Rotterdamse gedragscode omvat volgende punten:
Wij Rotterdammers
1. nemen verantwoordelijkheid voor onze stad en voor elkaar en discrimineren elkaar niet;
2. gebruiken Nederlands als onze gemeenschappelijke taal;
3. accepteren geen radicalisering en extremisme;
4. voeden onze kinderen op tot volwaardige burgers;
5. behandelen vrouwen gelijk aan mannen en met respect;
6. behandelen homoseksuelen gelijk aan heteroseksuelen en met respect;
7. behandelen (anders-) gelovigen en niet-gelovigen gelijk en met respect.

Deze puntjes worden dan verder uitgediept (volledige tekst pdf 537 Kb.).

Zo staat er in puntje 2:

Wij gebruiken Nederlands als onze gemeenschappelijke taal
Analyse
Nog steeds zien we grote groepen Rotterdammers die niet mee kunnen doen omdat ze de taal niet spreken. Onvoldoende beheersing van het Nederlands leidt tot een kloof tussen Rotterdamse burgers. Of het nu is op straat, op het werk, thuis of tijdens gebedsdiensten, het komt te vaak voor dat de een niet begrijpt wat de ander bedoelt. Dat leidt tot onbehagen, vervreemding, angst en tenslotte tot verwijdering. Denk alleen al aan het belang van het Nederlands voor de opvoeding. Hoe kun je je kinderen voorbereiden en op weg helpen in de Nederlandse samenleving, als je de taal niet beheerst en overdraagt. Dat leidt tot verwarring en onzekerheid bij het kind, en achterstand nog voordat het begint deel te nemen aan onze maatschappij.
Het Nederlands is de eerste stap. Voor opvoeden, naar school gaan, studeren, werken, opvoeden, daadwerkelijk participeren. Zonder gemeenschappelijke taal en gemeenschappelijk begrip hebben we geen gemeenschap. Zonder beheersing en gebruik van het Nederlands kunnen we niet meedoen.
Waar houden we ons aan?
1. Nederlands is de gemeenschappelijke taal van Rotterdam. In het openbaar spreken we Nederlands – op school, op het werk, op straat en in het buurthuis.
2. Het is onze verantwoordelijkheid om het Nederlands voldoende te beheersen, of anders om dat te leren.
3. Wij voeden onze kinderen grotendeels in het Nederlands op, zodat zij volop kansen hebben in onze samenleving.

Meerdere ministers en toppolitici uit Nederland hebben zich al uitgesproken om deze gedragscode te veralgemenen naar alle Nederlandse gemeenten.

Ook in de Vlaamse steden en gemeenten moet het mogelijk zijn om een dergelijke gedragscode op te stellen en dit als basis voor een degelijk integratiebeleid. Want voor een vlotte integratie is kennis van het Nederlands inderdaad onontbeerlijk.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Koen Denayer)

Thuiszorg – Verlenging van de carenztijd

THUISZORG – Verlenging van de carenztijd
Zwaar zorgbehoevende mensen in een thuiszorgsituatie kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen van de Vlaamse Zorgverzekering. Zorgbehoevenden die vermoeden dat zij in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming van de Vlaamse Zorgverzekering, nemen daarvoor het best contact op met de sociale dienst van hun ziekenfonds. Met behulp van een bepaalde schaal komt dan een maatschappelijk assistent vaststellen of je voldoet aan de voorwaarden. Mensen die voldoen aan de voorwaarden – waarvan de criteria zeer streng zijn – krijgen daarvan per brief de positieve beslissing.

Momenteel moet men vanaf de maand van de aanvraag drie maanden wachten eer men de premie krijgt. Dit wordt ‘carenztijd’ genoemd.

De meerwaarde van deze wachttijd ontgaat de aanvragers. Van zodra is aangetoond dat iemand in aanmerking komt voor de vergoeding, is het niet logisch die persoon nog drie maanden te laten wachten op de eerste vergoeding.

Iemand die zwaar zorgbehoevend is, heeft geen inkomen meer uit arbeid. Bovendien investeert de mantelzorger die de zorgbehoevende bijstaat, vaak veel tijd in de zorg, waardoor veel mantelzorgers geen voltijdse job meer uitoefenen en dus ook zij inkomen derven. En zoals iedereen weet, kost ziek zijn heel veel geld! Mensen in een thuiszorgsituatie kunnen dus doorgaans de extra financiële hulp van de Vlaamse Zorgverzekering goed besteden.

De Vlaamse Overheid gaat er echter van uit dat ze omwille van de vergrijzing in de toekomst besparingen zal moeten uitvoeren in de Vlaamse Zorgverzekering. Een van de denkpistes is om de carenztijd te verlengen tot vier maanden, zowel voor mensen in een thuiszorgsituatie als voor rusthuisbewoners.

De vergoeding vanuit de Vlaamse Zorgverzekering voor zorgbehoevenden die thuis verblijven, wordt dit jaar verhoogd met 5 euro en gaat dus van 90 euro in 2005, naar 95 in 2006. Enerzijds steunt de overheid mensen in een thuiszorgsituatie door de vergoeding te verhogen. Anderzijds ontmoedigt de overheid dergelijke zorg door te overwegen het ontvangen van de vergoeding uit te stellen. Een broek- vestzak operatie dus.
Micheline Baetens – 6 januari 2006

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Micheline Baetens)