Met de ‘Conventie betreffende de Bescherming van het Cultureel en Natuurlijk Werelderfgoed’ uit 1972 ontwikkelde UNESCO normatieve instrumenten voor de bescherming van het materieel cultureel en natuurlijk erfgoed. Het immaterieel aspect van erfgoed werd hierbij echter uit het oog verloren.
Onder ‘immaterieel cultureel erfgoed’ wordt hier verstaan:
– orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed;
– podiumkunsten;
– sociale gewoonten, rituelen en feestelijke gebeurtenissen;
– kennis en praktijken betreffende de natuur en het universum;
– traditionele ambachtelijke vaardigheden.
Daarom werd door de UNESCO op 17 oktober 2003 een bijkomende conventie opgesteld betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. ‘Bescherming’ betekent hier maatregelen die erop gericht zijn de leefbaarheid van het immaterieel erfgoed te verzekeren, inclusief de identificatie, de documentatie, het wetenschappelijk onderzoek, de bewaring, de bescherming, de promotie, de versterking, de overdracht, in het bijzonder door formeel en niet-formeel onderwijs, zowel als het revitaliseren van verschillende aspecten van zulk erfgoed.
Deze conventie treedt in werking drie maanden na het indienen van de dertigste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeurig of toetreding. Op 20 januari 2006 heeft de dertigste UNESCO-lidstaat haar ratificatieoorkonde ingediend. De conventie zal dus in werking treden op 20 april 2006.
Aanvankelijk zou UNESCO uit deze eerste groep van dertig landen het comite samenstellen dat de effectieve werking van de conventie zal bepalen. UNESCO heeft echter een wijziging doorgevoerd zodat alle landen die voor 30 maart 2006 hun ratificatieoorkonde indienen, vooralsnog kunnen deelnemen aan de algemene vergadering van de lidstaten. Tijdens deze vergadering worden de leden van het comite verkozen.
Op 1 februari 2006 keurde het Vlaams Parlement een ontwerp van decreet goed houdende instemming met de ‘Conventie betreffende de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed’. Dit houdt concreet in dat de Vlaamse regering zijn medewerking verleent aan de UNESCO, en volgende doelstellingen voorop zal stellen:
– het immaterieel cultureel erfgoed beschermen;
– respect voor het immaterieel cultureel erfgoed van de betrokken gemeenschappen, groepen en individuen verzekeren;
– het bewustzijn op lokale, nationale en internationale niveaus van het belang van het immaterieel cultureel erfgoed verhogen, en om daarvoor wederzijdse waardering te verzekeren;
– voor internationale samenwerking en hulp zorgen.
Bron: Vlaamsparlement.be
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: David Joly)