In Overijse vieren we het feest van de Vlaamse Gemeenschap iets vroeger. Op zaterdag 22 juni werd de academische zitting georganiseerd door Marnixring Overijse De Vrijheijt in samenwerking met de Gemeente Overijse, deze maal op een nieuwe locatie, in het GITO.
Toespraken waren er van burgemeester Inge Lenseclaes. Bart Fierens, de nieuwe voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond en Maria Derycke, voorzitter Marnixring Overijse De Vrijheijt. De presentatie was in handen van Hendrik Paternoster en de muzikale intermezzi werden gebracht door de leerlingen van de pianoklas van APKO onder leiding van Katrijn Simoens.
Zoals ondertussen een jaarlijkse traditie is, werd er ook de Lutgartprijs uitgereikt, die dit jaar naar oud-burgemeester Renaat Brankaer gaat. De onderstaande Laudatio werd uitgesproken door Dirk Jena.
Laudatio
Vooraf wil ik VKD en Marnixring Overijse de Vrijheid bedanken voor de eer deze laudatio voor de heer Renaat Brankaer te mogen uitspreken.
Bij de huldiging van vandaag zetten we maar al te graag Renaat in de bloemetjes als een plaatselijke grote figuur uit de Vlaamse Beweging, geboren en getogen in het centrum van Overijse.
Immers, sinds Renaat tijdens de winter van 19 ?? al schaatsend op de vijver van het kasteel Isque letterlijk én figuurlijk zijn oog had laten vallen op Paula Huyberechts, was hij niet meer van de watermolen en de plaats (Eeuwfeestplein) hier vlakbij weg te slaan. Ook mogen we ervan uitgaan dat ouders die hun kind Renaat of Lutgart doopten eigenlijk zeer subtiel hoopten op een beloftevolle Vlaamse toekomst van hun kind, met België als het moet, zonder België als het kan.
Vanuit deze thuisbasis is Renaat voluit gegaan voor een gemeentelijk landelijk en Vlaams beleid; een hele opgave in het aanschijn van een hoofd-stedelijk uitdeinende olievlek én francofone corridor-ambities ‘à la Corniche’.
Toch is hij er als burgemeester van 1972 tot 1984 ??? in gelukt een degelijk Vlaams beleid te voeren. En ook is hij nadien als initiatiefnemer en beheerder van het cultuurcentrum Den Blank blijven bijdragen tot het Vlaams karakter van de gemeente. Een inzet die zijn wortels vond in de katholiek-Vlaamse ontvoogdingsgedachte, de CVP en de Boerenbond als bondgenoot in het keren van een tanende tafeldruifcultuur.
En dat hebben we in Overijse en de Druivenstreek zeer zeker geweten. De tentoonstelling TOEN en NU, het voorbije jaar ingericht door het Vlaamse Komitee Druivenstreek, bracht een schat aan documentatie samen over de Vlaamse strijd die hier sinds de jaren ‘70 werd gevoerd. Daarin heeft Renaat zich onomstotelijk geprofileerd als trouwe burgervader én Vlaams rolmodel voor jong en oud.
De tentoonstelling en de digitale toegankelijkheid van Spoorslag inspireerden VKD en Marnixring tot de toekenning van de Lutgartprijs aan onze ere-burgemeester. Uit deze documenten blijkt dat Renaat niet zelden kop van jut is geweest in de FDF démarches voor de verfransing van de gemeente. “Ruons dans les brancards” is zo een titel uit een FDF pamfletten van 1973. Weliswaar een goed gevonden toespeling op de familienaam van onze laureaat, maar eveneens serieus opruiende taal naar aanleiding van een situatie waarin Renaat zich tegenover kandidaat bloedgevers die franstalige invulformulieren vroegen zou hebben laten ontvallen “Ik heb nog liever bloed van varkens dan van francofonen”.
Of Renaat deze uitspraak heeft weerlegt kunnen we straks tijdens de receptie even nagaan, maar zeker weten we dat Renaat zich in zijn beginjaren als burgemeester van alle extremen in de taalstrijd heeft gedistanciëerd.
Getuige daarvan is een voorval tijdens de druivenstoet van 1976 waaraan de Vlaamse Jongeren Overijse deelnamen met leeuwenvlaggen, pamfletten en zelfklevers. In de annalen van deze jeugdvereniging werd hierover het volgende opgetekend, open de aanhalingstekens “ … we waren verplicht uit onze wagens te stappen. We werden als misdadigers behandeld zodat de toeschouwers zich afvroegen wat voor zootje we wel waren. Enkele dagen later werden we op het politiebureel ontboden en ondervraagd. Daar vernamen we dat de politie gehandeld had in opdracht van de burgemeester. Blijkbaar had hij juist de avond voor de stoet een reglement uitgevaardigd dat politieke symbolen en taalpamfletten verbood. Doorgestoken kaart dus !”
Toch luidde dit soort van acties het einde in van de tweetalige publiciteit waarvan men zich toen te Overijse maar al te gemakkelijk bediende. Al vlug sloten zich de rangen tussen het zeer actieve verenigingsleven van die dagen en het gemeentebestuur onder leiding van burgervader Brankaer, en lezen we in dezelfde annalen van 1978 :
“Doch de strijd om het Vlaamse karakter van de Druivenstreek uit het franskiljons moeras te redden, wordt niet vergeten. Onder druk van de Vlaamsgezinde meerderheid van Overijse en met behulp van burgemeester Brankaer wordt op 8 februari 1978, na veel geharrewar op de gemeenteraad, beslist de leeuwenvlag uit te hangen aan het gemeentehuis.”
Ter afsluiting van onze lofbetuiging aan Renaat wens ik hier nog een getuigenis aan te halen die me door mijn moeder zaliger werd overgeleverd. Het betreft een intern memorandum ondertekend door 15 gemeentelijke diensthoofden aan de heer burgemeester Brankaer, de heren schepenen Peeters, Stouffs, Dewaet en Dewolf, de raadsleden Verdood en Viville, en de gemeentesecretaris Stouffs, gedateerd 15 februari 1984. Ik citeer:
“Geachte Heren, de ondergetekende diensthoofden houden eraan U namens het personeel te feliciteren voor de moedige en kordate VLAAMSE houding. De aanhouding door de Rijkswacht is meer dan een kaakslag voor de Vlaamse gemeenschap van Overijse. Meer dan ooit zullen wij U steunen in de strijd voor het behoud van het Vlaamse karakter van onze gemeente. Met de meeste hoogachting.”
Ik denk niet dat we deze lofrede mooier kunnen afsluiten dan met de herbeleving van dit alleszeggend memorandum.
Door onze jarenlange vrijwillige inzet voor het behoud van een Vlaams Overijse, is ons samenzijn van deze namiddag voor de meesten onder ons een onvergetelijk moment. Het is met respect en blijdschap dat we u, Renaat Brankaer, deze oorkonde overhandigen.
Wij zijn u en Dirk heel erg dankbaar voor jullie aanwezigheid en kijken ernaar uit u tijdens nog vele guldensporenvieringen te mogen ontmoeten in gezelschap van alle laureaten van de Lutgartprijs, een prijs die ons in zijn mooie symboliek zo nauw aan het hart ligt. Nogmaals bedankt voor alles en boven alles onze meest gemeende wensen voor een blijvend goede gezondheid.
namens Vlaams Komitee Druivenstreek en Marnixring Overijse De Vrijheijt,
Dirk Jena