Protestbrief aan Aartsbisdom Mechelen-Brussel

Monseigneur, Vanaf 1 februari 2009 zijn in alle parochies van het aartsbisdom Mechelen-Brussel de feestelijkheden gestart om het 450-jarig bestaan van het bisdom te vieren.

Groot is onze verontwaardiging te moeten vaststellen dat deze viering in Vlaams-Brabant tweetalig wordt aangekondigd met banieren, kaarsen en gebedskaartjes. Het is niet de eerste keer dat de kerkelijke overheid de elementaire basisrechten van de Vlamingen negeert, dit roept herinneringen op naar uw voorganger in de jaren 30.

Wij, van de vzw Vlaams Komitee Druivenstreek – Spoorslag, protesteren met kracht tegen deze ernstige schending van de taalwetten. Wij verzoeken U om deze fatale vergissing recht te zetten en de Belgische kerkprovincie te vervangen door een Vlaamse en een Waalse.

Met de meeste hoogachting,
Namens de vzw Vlaams Komitee Druivenstreek – Spoorslag

Henri Otte (Secretaris)
Dries Vanhaeght (Voorzitter)

Protestbrief (pdf)

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Koen Denayer)

Oproep aan het Vlaamse verenigingsleven

De werkgroep BHV (HAVIKO, VVB, TAK) richt een oproep aan alle Vlaamse Verenigingen om de politici te vragen eindelijk werk te maken van de splitsingsvoorstellen die reeds 1 jaar geleden door de Kamercomissie Binnenlandse Zaken werden goedgekeurd.

Op 7 november was het precies een jaar geleden dat de kamercommissie Binnenlandse Zaken de wetsvoorstellen voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde heeft goedgekeurd.

Vandaag vragen wij de politici om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Wij starten een actie waarbij wij zoveel mogelijk verenigingen – van nationaal tot lokaal – dringend uitnodigen bijgevoegde oproep te onderschrijven. Deze oproep mag (zou moeten) massaal doorgezonden worden naar culturele, sociale, beroeps-, jongeren- en volwassenenen-organisaties, binnen en buiten het klassieke Vlaamse verenigingsleven, met uitzondering van (partij)politieke instanties of groepen. Het streefdoel is zoveel mogelijk positieve reacties van Vlaamse verenigingen binnen te krijgen.

We hopen dat u aan onze oproep gehoor geeft – door deze oproep te verspreiden naar verenigingen uit uw omgeving, door als vereniging deze oproep zo snel mogelijk te positief te beantwoorden op het adres haviko@vvb.org.

De volledige tekst van de oproep kan je hier afladen.

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Koen Denayer)

Antwoord van Marino Keulen (Open VLD) op brief VKD-Spoorslag

Geachte heren,

De reactie die ik gegeven heb op het “meldpunten taalklachten” in Overijse was niet gebaseerd op de berichtgeving hierover in de franstalige pers. Zodra de zaak in de media was heb ik kennis genomen van het bericht dat verscheen in het informatieblad 'De Overijsenaar' van juni 2008, onder de titel “Centraal meldpunt taalklachten”. In dat bericht wordt aan de bevolking gemeld dat taalklachten gemeld kunnen worden op een specifiek daarvoor bestemd e-mailadres.
De tekst van het bericht miskent pertinent de taalwetgeving en de grondwettelijke vrijheid van het taalgebruik in particuliere aangelegenheden. Ik citeer: “Anderstalige bus-aan-bus reclamefolders, anderstalige borden van immobiliënkantoren,… deze en andere inbreuken op het Nederlands taalstatuut van de gemeente Overijse kan u melden op…”. De geciteerde voorbeelden zijn nochtans uitdrukkelijk geen inbreuken op de bestuurstaalwetgeving. Door het bericht wordt verkeerdelijk de indruk gewekt dat dit wel het geval is. Die indruk wordt nog versterkt in het vervolg van het bericht waarin burgers gezegd wordt dat dergelijke “inbreuken” gemeld kunnen worden en waarin gevraagd wordt die “inbreuken” te documenteren: “Vermeld hierbij steeds de precieze omstandigheden (plaats en tijdstip) en voorzie informatie zoals: naam en adresgegevens, en bewijsstukken zoals fotokopiemateriaal of een kopie van een folder…”.

Net zoals u ben ik bezorgd om het Nederlandstalig karakter van de gemeente. Ik ben echter evenzeer bekommerd voor het vrijwaren van eenieders grondwettelijke rechten. Ik meen dan ook dat het verkeerd is om bij de inwoners van Overijse of andere Vlaamse gemeenten de indruk te wekken dat het gebruik van andere talen dan het Nederlands tussen particulieren laakbaar zou zijn. Daardoor ontstaat de indruk dat een hetze wordt gevoerd tegen alles wat anderstalig is. Op zijn beurt zorgt dat er dan weer voor dat in binnen- en buitenland een beeld kan ontstaan van een onverdraagzaam en gesloten Vlaanderen. Ik ben ervan overtuigd dat dit laatste zeker ook uw bedoeling niet is.

Ik zie derhalve geen enkele reden om mijn standpunt te wijzigen.

Hoogachtend,

Marino Keulen

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Henri Otte)

Antwoord van Eerste Minister Yves Leterme (CD&V) op brief VKD-Spoorslag

Geachte heer,

Eerste Minister Yves Leterme vraagt me u te melden dat hij uw mail van 13 juni goed ontvangen en met aandacht gelezen heeft.

In antwoord op parlementaire vragen ter zake, heeft de Premier eraan herinnerd dat, conform de Grondwet en behalve voor betrekkingen van de overheid met burgers en bedrijven, het gebruik van de talen in ons land vrij is. Anderzijds heeft hij verklaard de bezorgdheid van het gemeentebestuur van Overijse voor het Nederlandstalige karakter van de gemeente te begrijpen.

In zijn antwoord heeft de premier willen aangeven dat, anders dan individuele personen en organisaties, die handelaars kunnen verzoeken bij voorkeur de streektaal te gebruiken, een overheid, in het licht van de grondwettelijk gewaarborgde taalvrijheid, ter zake enige voorzichtigheid aan de dag moet leggen.

Hoogachtend,

Mark Deweerdt

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Henri Otte)

Open brief aan Leterme en Keulen

Het “nieuws” over het Overijsese Meldpunt voor Taalklachten klonk mij achterhaald en achterbaks. (Sinds maanden werkt dit Meldpunt onder meer via het tweemaandelijks algemeen-cultureel tijdschrift Spoorslag.) Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de anti-Vlaamse hetze – zie Overijsese gemeenteraad van april 2008 met interpellatie door baron del Marmol – een tweede rondje wil lopen.
Neem a.u.b. ten behoeve van Vlaanderen en uw open, kritische burgers niet klakkeloos de scheefgetrokken Franstalige versie over van Union Francophone – op Vlaams-Brabants grondgebied agerend! -, Le Soir, La Dernière Heure, de webstek van FDF, RTL, La Libre Belgique,…

Mogen wij Vlamingen niet beleefd vragen dat men in Vlaanderen geen Frans en Engels gebruikt? Waarom moet u op dit vlak met “de grondwet” schermen? Vindt u het echt gepast dat een Belgische en een Vlaamse excellentie dreigende taal spreekt naar de Overijsenaren, nu voor de zoveelste keer blijkt dat de haatcampagne uitgaat van Franstaligen die geen eerbied opbrengen voor taalwet, grondwet, taalgrens of cultuurgemeenschap?

Ik ben zwaar ontgoocheld zulke woorden uit de mond van Vlaamse bestuurders te moeten horen. Als voorzitter van Haviko protesteer ik met klem tegen zulke vernederende taal voor bewuste burgers, die recht hebben op goed bestuur. En met de niet-splitsing van B-H-V al veertig jaar wachten op een signaal van goed Vlaams bestuur, op de grondige bescherming van hun eigen identiteit op eigen terrein. Laat Vlaams-Brabant nu eindelijk een provincie zijn zoals de negen andere.

In de hoop dat u uw vernederende terechtwijzing van ons, Vlamingen uit Vlaams-Brabant, terugneemt, groet ik u

Met de meeste achting.

Francis Stroobants – Voorzitter Halle-Vilvoorde Komitee
Vronenberglaan 21
3090 Overijse – Vlaanderen
Tel: 02/305.90.53

(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Henri Otte)

Standpunten Leterme en Keulen vernedering voor alle Vlamingen uit de Druivenstreek

Wij betreuren ontbreken van grondige analyse van de aanklacht Franstalige pers

Overijse, 12 juni 2008

Aan de eerste minister Yves Leterme Aan Vlaams minister Marino Keulen
Geachte heren,

Wij hebben deze avond kennis genomen van uw respectievelijke standpunten betreffende het “Meldpunt voor Taalklachten” in Overijse.

Wij betreuren dat dit gebeurd is zonder grondige analyse van de aanklacht zoals ze geformuleerd en gemanipuleerd werd door de Franstalige pers. De uitgesproken conclusie van beleidsmensen op het hoogste niveau in het federale parlement en in het Vlaams parlement ervaren wij als “een trap onder de gordel” en veroorzaakte vanzelfsprekend gejubel bij de francofonie.

Het rechtstreekse gevolg is dat Franstaligen onmiddellijk een reeks schriftelijke doodsbedreigingen hebben geuit aan het adres van de burgemeester van Overijse en aan anderen. Wij laten in het midden welke beleidsmensen hiervoor de verantwoordelijkheid wensen op te nemen. Dit is zeer ernstig en onaanvaardbaar.

Het Vlaams Komitee Druivenstreek protesteert tegen deze gang van zaken. De ingenomen standpunten zijn een vernedering voor alle Vlamingen uit de Druivenstreek, zeker bij hen die zich inzetten voor een Vlaamse Druivenstreek en zich verzetten tegen de verfransing of verengelsing en hiervoor vriendelijke brieven schrijven. Is dit middeleeuws?

En de grondwet? Hebben Vlamingen geen recht op een minimum aan respect voor hun taal en eigenheid?
Met bijzondere hoogachting,

Henri Otte Secretaris VKD-Spoorslag
Daloensdelle 21 3090 Overijse

Dries Vanhaeght Voorzitter VKD-Spoorslag
Jozef Kumpsstraat 61 1560 Hoeilaart
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Koen Denayer)

Groot colloquium over Brussel (3 juni 2008, Den Blank)

vzw VKD-Spoorslag organiseert met de Davidsfondsafdelingen van Overijse en Tervuren en de Marnixring ‘De Vrijheijt’ een groot colloquium over Brussel, de relatie tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Op dinsdag 3 juni 2008 om 20 uur in G.C.C. Den Blank in Overijse-Centrum. Toegang: ¤ 2,00.

Vlaamse volksvertegenwoordigers: Eric Van Rompay en Sven Gatz. Federaal volksvertegenwoordiger: Bart Laeremans. Voorzitter vzw De Rand: Luc Deconinck. Lid van het Halle-Vilvoorde Komitee: Wilfried Wouters. Redactielid van Meervoud: Bernard Daelemans. Voorzitter Vlaams Komitee Brussel Jan De Gadt. Onder leiding van VRT-moderator Wilfried Haesen.

Brussel veranderde de jongste decennia sterk en dit heeft ontegensprekelijk ook enkele onvoorspelbare, ietwat sociaalgevaarlijke gevolgen voor zijn directe omgeving. Maar Vlaams-Brabant wenst op sociaal- en taalcultureel vlak zichzelf te blijven. Vlaams-Brabant mag op vlak van kieswetgeving geen gehandicapt broertje zijn van de 9 andere provincies.

Tussen Vlaams-Brabant en de 19 Brusselse gemeenten is het niet altijd koek en ei geweest. Hoe kunnen de verhoudingen tussen de hoofdstad en de provincie Vlaams-Brabant verbeterd worden? Is het wel verstandig om aan de Franstaligen speciale rechten of faciliteiten toe te kennen, wetende dat zij het federale België noch de grenzen van Brussel willen erkennen?

Dit en meer zal ongetwijfeld leiden tot boeiende debatten en felle discussies tussen de deelnemers.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Koen Denayer)

Problemen bij een interventie van de dienst 100 in Hoeilaart

Op 4 januari 2008 werd vanuit Hoeilaart de dienst 100 opgeroepen. Er kwam snel een ziekenwagen uit de nabijgelegen Waalse gemeente La Hulpe. De twee ambulanciers hebben naar verluidt hun best gedaan om de patiënt te helpen, maar zij spraken evenwel geen Nederlands en de patiënt sprak alleen Nederlands.

Federaal volksvertegenwoordiger Michel Doomst (CD&V) vroeg aan bevoegd minister Laurette Onkelinx (PS) waarom de ziekenwagen uit La Hulpe kwam, en niet uit bijvoorbeeld Overijse?

De minister antwoordde als volgt: “De opdracht werd uitgevoerd overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 2 april 1965: de dienst van La Hulpe kon in dit geval op vijf minuten ter plaatse zijn, die van Overijse op acht minuten. Het principe is dat op een dringende oproep zo snel mogelijk moet worden gereageerd.

We kunnen onmogelijk altijd anticiperen op de taal van de patiënt. Ik wil een patiënt met misschien dodelijke letsels niet laten wachten op een taalkundig correcte ambulance, als hij sneller door een andere ambulance kan worden geholpen. Ik wijs erop dat als de ambulance van Overijse al was vertrokken, de wachttijd nog langer was geweest. In dringende noodgevallen is de patiënt trouwens soms niet eens in staat om zich uit te drukken.

Het is niet de taak van mijn departement om de taalkundige vaardigheden van de ambulanciers te evalueren, maar ik zal wel navraag doen naar deze zaak. De hulpdiensten aan de taalgrens hebben trouwens meestal een hulpverlener aan boord die de nodige inlichtingen kan inwinnen in het Nederlands.”

Doomst vindt dat ambulanciers die dringende medische hulp bieden over een elementaire kennis van de landstalen moeten kunnen beschikken. Dit moet wat mij betreft zeker gelden voor de diensten 100 in de Vlaamse en Waalse taalgrensgemeenten.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: David Joly)

Wintersolden – Duchatelet geeft Franstaligen fikse korting op Brussel en Vlaams-Brabant

Vivant pleit voor Brussel als Europese autonome regio

door David Joly

Interview

“Wanneer men in het kader van de staatshervorming het over Brussel heeft, dan kijkt men te veel naar het verleden, redeneert men nog altijd vanuit een Belgische context, heeft men het nog altijd over Brussel als hoofdstad van België. Dat is verleden tijd. We moeten internationaal denken. Waar willen we naartoe met Brussel? Welke is de mogelijke rol van Brussel binnen het Europees project? Kan en wil Brussel de hoofdstad van Europa zijn?”, vraagt senator Roland Duchâtelet (Open Vld) zich af in een gesprek met de redactie van Het Belang van Limburg op 7 januari 2008[1]. Duchâtelet vindt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met zijn 1 miljoen inwoners op 162 km² te klein om zijn internationale rol naar behoren te kunnen vervullen. Hij stelt een uitbreiding voor van Brussel tot de provincies Vlaams- en Waals-Brabant. Goed voor 2,4 miljoen mensen op een oppervlakte van 3.200 km².

In zijn uitbreidingsvoorstel tilt Roland Duchâtelet Brussel op “tot een volwaardig stadsgewest met een centraal bestuur dat op die manier uit een hand heel gemakkelijk haar problemen inzake bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, mobiliteit of veiligheid kan aanpakken. Nu moet men overleggen met heel veel overheden, met de negentien gemeenten, met het Brussels gewest, met de Vlaamse regering, met de Waalse gewestregering, met de Franse gemeenschapsregering en met de Belgische regering om iets gedaan te krijgen.” Volgens de senator zou hiermee ook het taalprobleem vanzelf opgelost zijn. “In het stadsgewest Brussel zouden er vier officiële talen zijn: het Nederlands, het Frans, het Duits omdat het ook in België een officiële taal is, en het Engels als internationale taal. Hiermee is ook het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde meteen opgelost. De kieskring splitsen hoeft dan niet meer.”

Op de vraag wie over zo een uitbreiding van Brussel moet beslissen antwoordt Duchâtelet dat dit via een referendum kan gebeuren, of langs parlementaire weg in het kader van een staatshervorming.

Reacties

In een persbericht[2] kort na het verschijnen van het interview wees Open Vld-parlementslid Sven Gatz het voorstel van Duchâtelet resoluut af. Volgens Gatz heeft Brussel geen gebiedsuitbreiding nodig, maar wel functionele samenwerking met Vlaams- en Waals Brabant: “Uitbreidingen, aanhechtingen, annexaties en ander strategisch inkleuren van kaarten en territoria zijn denkbeelden uit de 20e eeuw. Is het echt absoluut noodzakelijk dat gebieden die meer willen samenwerken, ook tot dezelfde bestuurlijke/electorale eenheid behoren? Wel integendeel. Uit welbegrepen eigenbelang en in de overtuiging van een vruchtbare samenwerking, werken overal ter wereld steden en regio’s samen, daar waar ze dat zelf nodig vinden. Neem nu bijvoorbeeld de ‘Euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik’. Gemeenten en steden uit Zuid-West-Vlaanderen, Henegouwen en de Communaute Urbaine de Lille Metropole werken daar samen, met veelbelovend succes, in materies zoals werkgelegenheid, mobiliteit en cultuur.”

Vlaams Belang noemt het Brussel-voorstel van Duchâtelet ‘knettergek’ en ‘bijzonder schadelijk’[3]. Toch legt Duchâtelet met zijn waanzinnige uitspraken de zwaktes bloot van de Vlaamse strategie ten aanzien van Brussel vinden Bart Laeremans en Joris Van Hauthem: “Het zijn immers Vlaamse professoren en politici die voortdurend herhalen dat het Brusselse ‘stadsgewest’ veel groter is dan Brussel zelf. Argumenten die door de Franstaligen in Brussel en Halle-Vilvoorde kwistig gebruikt worden om hun Anschluss-discours te legitimeren. ‘Bruxelles compte 62 communes’ kopte het huis-aan-huis-blad van ‘Union des Francophones’ eind november triomfantelijk, op basis van een KUL-studie in opdracht van de federale regering. Ook het beleid van de Vlaamse regering inzake het ‘Vlaams stedelijk gebied rond Brussel’, dat erop gericht is grote stukken rond de hoofdstad intensief te verstedelijken, speelt volledig in de kaart van de Franstalige politici en zal bovendien de rode loper uitrollen voor verdere verfransing en internationalisering.” De twee Vlaams Belang mandatarissen uit respectievelijk Grimbergen en Lennik herhalen tevens hun oproep om de Europese hoofdstedelijke functies te spreiden over alle Europese hoofdsteden.

“Dat Brussel-19 financieel en economisch onleefbaar is, stond in de sterren geschreven, maar waarom moet een leefbaar Brussel ten koste gaan van een leefbaar Vlaanderen?”, vraag Jan Van Ormelingen[4] zich af in een lezersbrief (De Standaard, 8 januari 2008). Een andere lezer verwijst naar enkele andere hoofdsteden met evenveel of minder inwoners die het zeker niet slecht doen: Ottawa (1.150.000), Dublin (1.045.000) en Den Haag (490.000).

Europese autonome regio

Twee dagen na de publicatie van het interview in Het Belang van Limburg, verscheen op de webstek van Vivant – de politieke beweging opgericht door Roland Duchâtelet – een tekst met als titel ‘Brussel, de staatshervorming en directe democratie’[5]. Hierin wordt het standpunt van Vivant verduidelijkt met betrekking tot de uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de tekst wordt Brussel bijvoorbeeld omschreven als kosmopolitische stad omwille van de aanwezigheid van internationale bedrijven, diplomaten en lobbyisten: “De website van het Europees parlement heeft een lijst van 5108 geaccrediteerde lobbyisten: dat betekent dat ze een toegangspasje hebben en gebruik kunnen maken van de infrastructuur en de koptelefoons. Maar lang niet alle Brusselse lobbyisten zijn bij het Europees parlement geaccrediteerd. De meeste publicaties over lobbyen in Brussel melden dan ook hogere aantallen. Volgens de Nederlandse waakhond-organisatie Corporate Europe Observatory (CEO) zijn ze gemakkelijk met meer dan 15.000. Burson-Marsteller hanteert het cijfer van 50.000. De overgrote meerderheid – volgens CEO 60 procent – zijn naar verluidt bedrijfslobbyisten. Bovendien is er een belangrijke migratie van mensen uit Afrika en Azië, die er werk en een beter leven zoeken.” Volgens Vivant behoort Brussel om deze redenen niet tot België en zijn burgers, maar tot de gehele wereld.

Piet De Pauw, de auteur van de Vivant-tekst, stelt voor om een referendum te houden over het statuut van Brussel als Europese hoofdstad. De vraag zou dan kunnen luiden: “Is het wenselijk aan Brussel en het hoofdstedelijk gewest het statuut te geven van een Europese autonome regio, die als hoofdstad kan fungeren voor zowel Europa en de Belgische regio’s als daar zijn Vlaanderen en Wallonië?”

Is de beslissing van het referendum positief, kan vervolgens “de discussie worden geopend over het gebruik van talen in Brussel en zijn 19 gemeenten. Waarom de mensen die naar Brussel trekken ook niet welkom heten in het Engels, Duits of Spaans?” De Pauw is als inwoner van het Oost-Vlaamse Oudenaarde blijkbaar niet vertrouwd met de Brusselse taaltoestanden. Probeer als Nederlandstalige maar eens in je eigen taal inkopen te doen, verzorgd te worden in een ziekenhuis, beroep te doen op de politie, je papieren in orde te brengen op het gemeentehuis, enzovoorts… Nog steeds beschikt een groot deel van het Brussels gemeentepersoneel niet over het wettelijk vereiste taalbrevet, en is het dus niet tweetalig. En nu wil Vivant dat die brave mensen Engels, Duits en Spaans leren? Get real!
[1] Zie: http://www.vivant.org/site/nl/actueel/nieuws/article/een-visie-voor-brussel-als-hoofdstad-van-europa/

[2] Zie: http://www.gatz.be/page.php/politiek/stadsproject/2008010701

[3] Zie: http://www.vlaamsbelang.be/1/542

[4] Van Ormelingen is redactieraadvoorzitter van het links Vlaams-nationaal maandblad Meervoud, en mede-initiatiefnemer van de Sociaal Flamingantische Landdag.

[5] Zie: http://www.vivant.org/site/nl/actueel/nieuws/article/brussel-de-staatshervorming-en-directe-democratie
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Luk Vandeuren)

De puntjes op de i…

STANDPUNT VAN HET OVERLEGCENTRUM VAN VLAAMSE VERENIGINGEN

Vlaanderen staat aan de vooravond van een cruciale ontwikkeling. De federale regeringsvorming zit nog verstrikt in een kluwen van formatienota’s en aftastende voorstellen. Wat er uiteindelijk uit de bus komt, wordt bepalend voor de toekomst van Vlamingen en Walen.

De ondertekenaars van dit document vragen aan de Vlaamse onderhandelaars en vertegenwoordigers van alle Vlaamse partijen dat zij woord houden en de wegwijzers volgen die zijn vastgelegd in de Resoluties van het Vlaams Parlement (1999) en in het Vlaams regeerakkoord (2004). Beide documenten zijn de uitdrukking van de bekommernissen van alle Vlaamse partijen en derhalve van de Vlaamse bevolking.

De regeringsonderhandelingen verlopen tot dusver chaotisch en hermetisch. De ondertekenaars hebben begrip voor discretie, maar zijn alert voor signalen. Zo is het duidelijk dat de Franstaligen erop uit zijn om een toestand te bestendigen waar Vlaanderen, maar uiteindelijk ook Wallonië, geen baat bij heeft. We stellen ook vast dat binnen Vlaanderen sommige krachten terugkrabbelen, bepaalde resoluties negeren of doelstellingen formuleren die een stap achteruit zijn.

Op 3 maart 1999 keurde het Vlaams Parlement vijf resoluties goed met het oog op een nieuwe ronde in de staatshervorming. Daar waren drie jaar van debat aan voorafgegaan.

Die resoluties komen ruwweg samengevat neer op:
1. “Coherente bevoegdheidspakketten” en voorwaardelijke solidariteit
2. De volledige bevoegdheid inzake de huidige gewestbelastingen en de volledige overdracht van de bevoegdheden inzake personenbelasting
3. Een pakket Brusselmaatregelen
4. Bevoegdheidsuitbreiding met gezondheids- en gezinsbeleid en met werkgelegenheid en wetenschap en technologie, telecommunicatie, infrastructuur en regionale exploitatie van het spoor, ontwikkelingssamenwerking, economie
5. Inspraak in de samenstelling van het Rekenhof, de Raad van State, het Arbitragehof (het Grondwettelijk Hof) en de Hoge Raad voor Justitie.

Onze vraag is dat de Vlaamse partijen en hun onderhandelaars volgende uitgangspunten als “conditio sine qua non” handhaven:

1. Volledige Vlaamse bevoegdheid inzake sociale zekerheid (gezondheids- en gezinsbeleid), economie, spoor en verkeer, telecom en een regionalisering van justitie. Binnen Vlaamse partijen is er terecht ook een grote consensus over de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid.

2. Het koppelen van verdere solidariteit met Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan objectieve, duidelijke en doorzichtige mechanismen en omkeerbaarheid moet worden geconcretiseerd. In het regeerakkoord kunnen de modaliteiten worden vastgelegd, om binnen een vastgelegde termijn te resulteren in een Vlaams solidariteitsplan met Wallonië.

Dergelijk plan met afspraken inzake financiering sociale zekerheid en gewesten en gemeenschappen moet mede worden voorbereid en uiteindelijk worden goedgekeurd door het Vlaams Parlement.

3. Stop de federale recuperatie die de jongste jaren is vastgesteld, onder meer op volgende vlakken:
Recuperatie van:
– het tewerkstellingsbeleid (o.m. via zogenaamde “federale conferenties”)
– het gezondheidsbeleid (interventies preventie Demotte)
– van onderwijs (schoolpremie)
– van milieubevoegdheden (federale minister leefmilieu)
– van huisvesting (coördinatie)
– van wapenuitvoer (wel geregionaliseerd, geen eigen beleid)
– van buitenlands beleid (interministeriële conferenties)
– van buitenlandse handel (missies prins Filip)
– van ontwikkelingssamenwerking (gesplitst, in de feiten federaal)
– van justitie (Di Rupo jeugdstrafrecht)

4. Bovendien moet Vlaanderen zich verzetten tegen elke clausule die een democratische politieke ontwikkeling via een verdere staatshervorming blokkeert: een eventuele paritaire senaat, het instellen van een federale kieskring, het opnieuw laten samenvallen van federale en deelstatelijke verkiezingen.

a geen federale kieskring (zelfs niet voor een deel van de kamerleden of senatoren, zoals de Pavia-groep het voorstelt). Dat is een stap terug in de tijd, dat komt neer op het uitbreiden van BHV tot heel Vlaanderen. Niemand zit te wachten op een tweetalige kiescampagne, op een permanente talentelling, op dergelijk signaal dat een rem zou zijn op integratie.

b geen samenvallende verkiezingen
De verschillende parlementaire verkiezingen in dit land kunnen inderdaad enkel in uitzonderlijke omstandigheden samenvallen. Zo hebben de staatshervormers en de wetgever het gewild. Elio Di Rupo doorbrak in 2004 de federale logica met zijn Waalse (asymmetrische) coalitie. De Vlaamse regering Leterme werd geen spiegel van federaal paars. Is het weer laten samenvallen van federale en regionale verkiezingen een oplossing voor de politieke stoelendans? Neen, het is een rem op de eigen dynamiek van de gemeenschappen en werkt verwarrend voor de kiezer.

c geen paritaire senaat
In een paritaire senaat (al dan niet als parlement van de gemeenschappen) verliest Vlaanderen op federaal niveau zijn meerderheid. Pariteit is een ideaal blokkeringsmiddel (net zoals alarmbelprocedures, bijzondere meerderheden, e.d.) voor elke verdere staatshervorming. Na de pariteit in de uitvoerende macht (de regering) zouden de Vlamingen immers nu door een mogelijk veto van de Franstalige minderheid ook in de wetgevende macht hun meerderheid verliezen. Een paritaire senaat is een absolute supergrendel.

d geen ratificatie van het minderhedenverdrag

e niet raken aan de grenzen van Brussel en aan de taalgrens
Geen uitbreiding van Brussel. De grenzen die in 1980 werden vastgelegd, moeten behouden blijven.
Geen van beide gemeenschappen kan Brussel volledig naar zich toe trekken. We willen Brussel niet heroveren en vervlaamsen, maar Brussel kan evenmin worden opgenomen in een onafhankelijk Wallonië of in Frankrijk.
De rechten van de Vlaamse gemeenschap in Brussel moeten gevrijwaard blijven en de band tussen de Brusselse Vlamingen en Vlaanderen mag niet worden verbroken. Dit betekent een gegarandeerde Nederlandstalige openbare dienstverlening en het behoud van de huidige bevoegdheden van de Vlaamse gemeenschap in Brussel inzake onderwijs, cultuur en welzijns- en gezondheidszorg.
5. De grote staatshervorming dient BINNEN het regeerakkoord te worden vastgelegd en mag in geen geval worden vooruitgeschoven naar de toekomst.

6. BHV moet buiten het communautaire pakket worden gehouden. Het dossier is zo'n evidentie dat de Franstaligen alle illusies moet worden ontnomen dat hier iets te regelen valt. Ze kunnen in een gesplitste kieskring lijsten indienen, zoals nu gebeurt bij de regionale verkiezingen. Maar Brusselse en Waalse partijen kunnen geen kopstukken meer uitspelen in Vlaanderen.

Als de Vlaamse partijen en hun onderhandelaars met het oog op de regionale verkiezingen van 2009 nu hun geloofwaardigheid willen behouden, moeten ze zich consequent opstellen en woord houden. Zonder grote, duidelijke en rechtvaardige staatshervorming blijft er voor steeds meer Vlamingen slechts de optie van een onafhankelijk Vlaanderen en een staatsvorming. De politieke, economische en culturele verschillen tussen noord en zuid maken duidelijk dat een ontwikkeling in die richting erg rationeel kan verlopen. Een principiële afspraak hierover kan snel worden genomen.

Namens het Dagelijks Bestuur van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
Renaat Roels
Voorzitter
http://www.ovv.be
http://www.woordhouden.be
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Luk Vandeuren)