Brusselse rechtbank van eerste aanleg bevestigt dat Overijse Golf Club illegaal is aangelegd

De rechtbank van eerste aanleg deed die uitspraak naar aanleiding van een vordering ingespannen door de gemeente Overijse tegen de golfclub.

Vorig jaar deed de rechtbank een gelijkaardige uitspraak in een rechtszaak aangespannen door stedenbouw. De rechter was toen van oordeel dat de golf inderdaad illegaal was aangelegd – schending van de wet op de stedenbouw door onvergunde reliëfwijzigingen, aanleggen van vijvers, verhardingen, een parking, enz. en onvergunde bestemmingwijziging van de boswachterwoning naar clubhuis. De rechter was echter van mening dat de misdrijven verjaard waren. Nochtans ligt een deel van het golfterrein in bosgebied. Daar is de instandhouding van een bouwmisdrijf onverminderd strafbaar. Daarom tekende stedenbouw beroep aan. Deze procedure loopt op dit ogenblik nog. De gemeente Overijse tekende derdenverzet aan tegen de uitspraak en dagvaardde de golfclub ook nog eens afzonderlijk. De gemeente vroeg het herstel in de oorspronkelijke toestand en de staking van het strijdig gebruik.

Het is in deze laatste zaak dat de rechter op 25 april jl. uitspraak deed. De rechter was van oordeel dat de golfclub zich schuldig maakte aan:
– overtreding van de wetgeving op de stedenbouw door het uitvoeren van reliëfwijzigingen, het bouwen van afdaken, verhardingen zonder voorafgaande vergunning;
– overtreding van de wetgeving op de stedenbouw door het wijzigen van de bestemming van de voormalige boswachterwoning zonder voorafgaandelijke vergunning.

De rechter stelt dus dat het het terrein illegaal werd aangelegd. De persmededeling van de golf waarin gesteld wordt dat de rechter van oordeel was “dat de bestemmingwijziging van het terrein niet vergunningsplichtig was bij de aanleg van het terrein” doet niet terzake en is bedoeld om de publieke opinie te misleiden. Het is niet omdat een bestemmingswijziging niet strafbaar was in de toenmalige stand van de wetgeving, dat er geen inbreuk was op de bepalingen van het gewestplan. Volgens het gewestplan ligt de golf deels in agrarisch en deels in bosgebied, niet in recreatiezone. Bovendien gaat de aanleg van een golfterrein noodzakelijkerwijs gepaard met vergunningsplichtige werken. De golf voerde die werken uit zonder ooit enige vergunning te hebben bekomen. Bijgevolg werd het terrein illegaal aangelegd.

De rechter was bovendien ook van mening dat de golf zich nog steeds schuldig maakt aan de instandhouding van deze misdrijven. De rechter bevestigt dat de golf deels in bosgebied ligt en dat de instandhouding dus strafbaar blijft. Er is dus van verjaring geen sprake. De rechter is bovendien van oordeel dat er eenheid van opzet is met de misdrijven in agrarisch gebied. Ook die blijven dus strafbaar.

Des te onbegrijpelijker is het dat de rechter ondanks dit oordeel toch niet beslist dat de golf opgedoekt dient te worden. Met het argument dat de gemeente te lang gewacht heeft. Dit tart elke verbeelding.

Het is dus omdat er zes jaar lang niet is opgetreden tijdens het bewind van Eric Schamp, de man die nu voorzitter is van de golfclub, en omdat de VLD huiverachtig stond tegen een juridisch optreden van de gemeente, dat een zwaar misdrijf onbestraft gelaten wordt. De mensen die de rechtsgang belemmerd hebben, worden hiervoor dus beloond. Begrijpe wie begrijpen kan. De goede ruimtelijke ordening is trouwens van algemeen belang. De nalatigheid van de gemeente kan geen reden zijn om de belangen van de gemeenschap te schaden.

Het comite G.O.D. is dus zeer sterk ontgoocheld door de uitspraak. Het comite vraagt dat het gemeentebestuur in beroep gaat en alle andere middelen inschakelt om een eind te stellen aan deze zware bouwovertreding. Het comite wijst op het bestaan van het Bijzonder Plan van Aanleg dat het gebruik van de terreinen als wedstrijd- speel- en sporterrein verbiedt. Het comite vraagt dat de gemeente de club op basis hiervan onmiddellijk sluit.

Bron: Comite G.O.D., Rudi Coel, Vossestraat 79, 3090 Overijse, rudicoel@hotmail.com
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Luk Vandeuren)