Kartel CDOv-Blauw-Plus: politieke koehandel

Op 15 mei werd in Overijse het kartel CDOv-Blauw-Plus onder grote belangstelling van een kritisch publiek (VJO-TAK-VKD) voorgesteld. In de perstekst heet het dat “Overijse de jongste jaren geteisterd werd door een stellingenoorlog tussen Vlamingen en franstaligen (sic!), door een welles-nietes-discussie tussen twee onverzoenlijke kampen, door een zinloos en volstrekt onproductief opbod. Op initiatief van Eric Schamp, Johan Leblicq en Jean-Pierre Audag gingen christendemocraten, liberalen en anderstaligen aan tafel zitten, met als bedoeling het geweer van schouder te veranderen”. De initiatiefnemers schetsen eerst een somber beeld van bittere tegenstellingen om zich dan des te beter als vredestichters te kunnen voordoen. Een klassieke demagogische truc…

De ware beweegredenen van dit kartel zijn natuurlijk gans anders. In feite is heel de operatie niet meer dan een politieke koehandel. Kopstuk van het kartel is Eric Schamp, die zes jaar geleden een pandoering van jewelste kreeg en opnieuw de macht wil veroveren. Aangezien hij aan Vlaamse kant politiek dood is – hij werd door CD&V-nationaal uit de partij gezet – is hij aangewezen op de steun van de Franstaligen. Met hun stemmen wil hij opnieuw burgemeester worden en de plannen uitvoeren waarvoor hij in 2000 werd afgestraft: inplanting van een grootschalig bedrijvencentrum in Maleizenveld op maat van projectontwikkelaars in plaats van behoud van de open ruimte of gefaseerde ontwikkeling in functie van eigen KMO’s, een mastodontwinkelcentrum van 10.000 m² op het Stationsplein, onmiddellijke regularisatie van het illegaal aangelegde golfterrein waarvan hij voorzitter is, enz. In ruil daarvoor wordt tegemoet gekomen aan de communautaire verzuchtingen van de Franstaligen: verdoken loketfaciliteiten, opdoeken van het vernederlandsingbeleid van het straatbeeld, subsidies voor Franstalige verenigingen, enz. Voor elk wat wils dus.

Ik wil er trouwens op wijzen dat Schamp zes jaar geleden reeds zijn verkiezingsnederlaag probeerde om te buigen in een overwinning door een coalitie voor te stellen aan Union.

Reeds bij de oprichting van Plus in december 2005 was het duidelijk dat het om opgezet spel ging, met Schamp als meesterbrein. “De bedoeling is dat een aantal lokale politici en partijen zich kunnen verschuilen achter deze formele erkenning van het Vlaams karakter van Overijse om een coalitie te kunnen vormen met de Franstaligen. Het lijdt geen twijfel dat Union deze naamsverandering pas doorgevoerd heeft na voorafgaandelijk van Vlaamse partners zekerheid te hebben gekregen dat ze vragende partij zijn voor een coalitie. Anders zou het een maat voor niets zijn”, schreef ik toen.

De chronologie spreekt boekdelen:
– Eind september 2005 richt Schamp CDOv op.
– In de loop van december “besloot een meerderheid van het VLD-bestuur een gesprek aan te gaan met CDOv en anderstaligen. Plus bestond toen nog niet”, laat Blauw-kopstuk Johan Leblicq optekenen.
– Op 14 december wordt dan Plus bekend gemaakt. De beginseltekst bleek trouwens afkomstig van de computer van Eric Schamp, die aanvankelijk nog trachtte te ontkennen dat hij de auteur was.

Dat de geboorte van het kartel vertraging opliep, heeft alles te maken met de verdeeldheid binnen de VLD. Op 3 februari 2006 verklaarde JP Audag: “We wachten nu nog op een reactie van de VLD waar nog verdeeldheid heerst”. Zeker is dat Sven Willekens samenwerking met de Franstaligen niet zag zitten. Hij schakelde nationaal in om de strijd in zijn voordeel te beslechten. Blauw schrijft dat “de gesprekken moesten worden afgebroken door inmenging van het nationale VLD-bestuur in een strikt lokale aangelegenheid”. Vijf VLD-bestuursleden en schepen Theofiel Dewilder stapten daarop uit het lokale bestuur. Bij de opstappers is Pierre Absalon, het voormalige FDF-kopstuk dat in 1998 met veel tromgeroffel bij de VLD werd ingehaald. De verwachting bestond erin dat hij Franstaligen zou overtuigen de overstap naar de VLD te maken. Het omgekeerde is gebeurd. Absalon heeft Vlamingen naar de Franstaligen meegetrokken…

Bij de dissidentie van Blauw zit ook JP Botteldoorn, de man die drie jaar geleden zijn schepenmandaat tegen alle afspraken in niet wou opgeven en daar pas na zware druk toe bereid bleek. Hoe geloofwaardig is een politiek project met zo iemand op de lijst? Hoe geloofwaardig is trouwens de bekering van JP Audag, die tot op heden nog altijd voorzitter is van de lokale afdeling van de Franstalige liberalen (MR)!

Inmiddels is de toestand in Overijse zeer ernstig. Indien het kartel CDOv-Blauw-Plus het haalt, mogen we voorgoed afscheid nemen van het Vlaams en landelijk karakter van de gemeente. Audag verklaarde in februari: “Met Plus willen we tien zetels halen en met deze samenwerking moet een meerderheid van vijftien op 27 zetels mogelijk zijn”. Nu de VLD niet mee stapt in dit project, lijkt een absolute meerderheid voor het kartel echter onwaarschijnlijk.

Daarmee is het gevaar niet afgewend. Wie weet of deze of gene in ruil voor een vet mandaat of de nodige politieke lokspijs niet bereid zal blijken toch in een meerderheid met CDOv-Blauw-Plus te stappen? Vooral bij de VLD stel ik me vragen. Vijf bestuursleden zijn opgestapt. Indien de beweringen van Blauw – dat een grote meerderheid van het bestuur voorstander was van gesprekken – kloppen, dat zitten er bij de VLD nog steeds mensen die voorstander waren van die samenwerking.

Wil de kiezer weten waar hij of zij aan toe is, dan moet er duidelijkheid komen. De Vlaamse partijen en individuele kandidaten dienen aan te geven of zij al dan niet bereid zijn samen te werken met CDOv-Blauw-Plus.
(oorspronkelijk bericht gepubliceerd door: Rudi Coel)